Hoe een gemeente werkt

Lokale overheden hebben een lange weg afgelegd, van stoffige, slapende raadzalen naar professioneler management.

Tegenwoordig staat de lokale overheid onder leiding van een directeur-generaal (voorheen de gemeentesecretaris), een soort superdirecteur met uitgebreide bevoegdheden op het gebied van personeel en administratie.
De burgemeester is niet langer de hoogwaardigheidsbekleder van vroeger die op een peetvader leek. Hij moet nu een manager zijn om politieke richting te geven aan de complexe administratie. Hij doet dit samen met zijn collega-wethouders (5 in Kraainem) en de gemeenteraad (23 leden). In principe vergadert de Raad één keer per week en de Plaatselijke Raad één keer per maand.

Concreet is de Raad het uitvoerend orgaan en de gemeenteraad het wetgevend orgaan.

De burgemeester is de voorzitter van het schepencollege en de algemeen directeur is de secretaris. Het College neemt besluiten bij consensus. Als dit niet lukt, wordt de zaak ter stemming voorgelegd aan de gemeenteraad.
De OCMW-Raad bestaat uit 9 leden en komt één keer per maand samen. Het permanente bureau van het OCMW vergadert in principe één keer per week en is verantwoordelijk voor de praktische leiding van de activiteiten van het OCMW.

Tegelijkertijd worden er commissies opgericht om de vragen voor te bereiden die ter stemming aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Zo is er de Commissie Openbare Werken & Mobiliteit, voorgezeten door Olivier Joris (Pro-Kraainem), de Commissie Erfgoed, voorgezeten door Dorothée Cardon de Lichtbuer (Pro-Kraainem), de Commissie Financiën, voorgezeten door Christiaan Marichal (MR), enzovoort. De commissies zijn voorbereidende vergaderingen waar je al je vragen kunt stellen. De sfeer is meer ontspannen en daardoor bevorderlijk voor een productief debat. Ze hebben een grote toegevoegde waarde en zijn ook toegankelijk voor het publiek. Helaas worden de commissies niet vaak genoeg georganiseerd, maar we doen er alles aan om dit te verhelpen.

En zijn al die vergaderingen echt nuttig?

Absoluut, tenminste als je gelooft in lokale democratie, d.w.z. een gemeente waar de burgers zelf controleren hoe de belastingen die ze betalen worden besteed en grotendeels bepalen hoe hun gemeente moet worden bestuurd. In het verleden, tijdens bepaalde donkere periodes, gaven sommige burgers hun leven om deze rechten te verkrijgen. Alle gekozen vertegenwoordigers hebben de plicht om dit kostbare bezit in stand te houden door middel van serieus en effectief bestuur.